
Saldo zeugensector stijgt, vleesvarkenshouderij duikt in het rood
De financiële prestaties van Nederlandse veehouders lieten in maart 2025 een wisselend beeld zien, zo blijkt uit cijfers van Agrimatie. Waar zeugen-, melkvee- en pluimveebedrijven hun resultaten zagen verbeteren, kregen vleesvarkenshouders te maken met een negatief maandsaldo.
Het maandsaldo van de zeugenhouderij bedroeg in maart 83.000 euro per bedrijf, ruim 3 procent boven het gemiddelde over 2024. Die stijging is grotendeels te danken aan hogere biggenprijzen (+13 euro ten opzichte van januari en februari) en stijgende slachtzeugenprijzen.
De voerkosten namen met 2 procent licht toe, maar bleven in lijn met de trend van begin 2025. Het voortschrijdend jaarsaldo in de zeugenhouderij bereikte 837.000 euro, bijna het dubbele van het langjarig gemiddelde (470.000 euro).
Daartegenover stond een negatieve ontwikkeling bij de vleesvarkensbedrijven. Voor het eerst sinds lange tijd werd een negatief maandsaldo genoteerd van -1.074 euro per bedrijf, 18.000 euro lager dan dezelfde maand vorig jaar.
De opbrengsten in de vleesvarkenshouderij liepen terug door dalende vleesprijzen, terwijl de kosten voor biggen en voer verder stegen. Ondanks het verlies in maart bleef het voortschrijdend jaarsaldo nog 9 procent boven het langjarig gemiddelde, dankzij de gunstige resultaten in 2024.
De leghennensector noteerde in maart een flinke toename van het maandsaldo, dat steeg naar 106.000 euro per bedrijf – bijna een verdubbeling ten opzichte van januari. De prijs van witte scharreleieren nam sterk toe van 1,94 naar 2,78 euro per kilo.
Deze stijging is het gevolg van blijvende krapte op de eiermarkt door bedrijfsbeëindigingen, strengere regelgeving en uitbraken van vogelgriep. Het voortschrijdend saldo kwam uit op 674.000 euro per bedrijf, ruim boven het langjarig gemiddelde van 293.000 euro.
Gunstig resultaat voor vleeskuikenhouders
Ook in de vleeskuikensector was het financiële resultaat gunstig. Het saldo steeg met 20 procent ten opzichte van januari en kwam uit op 41.600 euro per bedrijf. De vleeskuikenprijs klom van 1,20 naar 1,25 euro per kilo, terwijl de voerkosten gelijk bleven.
Door de omschakeling naar scharrelproductie is het aanbod van vleeskuikens in Nederland en andere EU-lidstaten afgenomen. Het voortschrijdend jaarsaldo ligt met 413.000 euro ver boven het langjarig gemiddelde van 145.000 euro.
Stevig saldo in melkveehouderij
In de melkveehouderij bleef het saldo stevig, ondanks een daling van de melkprijs. Gemiddeld kwam het saldo per bedrijf in maart uit op 33.400 euro, 36 procent hoger dan in maart 2024 en zelfs 65 procent boven het langjarig gemiddelde voor deze maand. De hogere opbrengsten uit slachtkoeien en nuchtere kalveren compenseerden de lagere melkprijs. De kosten bleven vrijwel onveranderd.
De melkprijs daalde met 3,50 euro per 100 kilo in het eerste kwartaal van 2025, maar bleef op een relatief hoog niveau. Krachtvoerkosten waren stabiel vergeleken met een jaar eerder, al liggen ze nog steeds 20 procent boven het tienjarig gemiddelde. Het voortschrijdend jaarsaldo lag in maart 43 procent hoger dan het langjarig gemiddelde.
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs




Bedrijf in Beeld
Partners


Stelling
Nieuws van NieuweOogst.nl


