Vijf tips om voeropname in kraamstal te verhogen

Factor één is het voorschotelen van een voor biggen aantrekkelijk voer. Een prestarter moet hun nieuwsgierigheid opwekken door onder meer de geur, de smaak en de grootte en zachtheid van het voer om ze te stimuleren eraan te beginnen en ervan te blijven opnemen. Eenvoudige voeders met voldoende vezels en een lage energiewaarde kunnen volgens ABZ Diervoeding de opname van biggen beter bevorderen dan complexe voedertjes met een hoge energiewaarde.

Factor twee is om voor biggen herkenbare voeders in te zetten. Ze zijn van nature wat angstig voor nieuwe dingen, dus ook voor vreemd voer. Door in een eerste en opvolgend biggenvoer hetzelfde smaakpatroon toe te passen, herkennen de biggen de geur en smaak en wint het nieuwe voer snel vertrouwen.

De derde tip is om het licht wat langer te laten branden in de kraamstal. Een periode van twintig uur licht per dag verhoogt de voeropname bij biggen ten opzichte van een periode van acht uur per dag.

Sociaal vreetgedrag

Het stimuleren van de voeropname via sociaal gedrag is een vierde tip. Als biggen meer mogelijkheden ter beschikking hebben om te leren eten van hun moeder en samen te kunnen eten met hun hokgenoten, dan zullen ze ook vlotter en meer gaan eten. Voorbeelden zijn vloervoedering, een familievoerbak, zodat biggen in de trog van zeug mee kunnen eten en drinken. Voldoende ruimte rondom een open voerbak, zodat biggen samen kunnen eten helpt ook. Samenvoegen van tomen door schotten tussen de kraamhokken weg te halen, stimuleert het sociale gedrag en opnemen van voer.

Tip vijf is biggen de mogelijkheid geven om te kunnen wroeten en ontdekken. Geschikt en gevarieerd verrijkingsmateriaal aanbieden of meerdere voersoorten naast elkaar verstrekken stimuleert de opname en vergroot de kans dat elke big daadwerkelijk wat opneemt.